Málaga is Spanje's 5e grootste stad met 1.000.000 inwoners. Het wordt de "Hoofdstad van de Costa del Sol" genoemd door zijn centrale ligging in het gebied. De stad ligt in de vallei van Guadalhorce en is omringd door bergen (Cordillera Penibética).

De stad werd gesticht door de Feniciërs rond 800 VC met de naam "Malaka". Later wordt het beheer van de stad overgenomen door de Carthagers. De Carthagers worden in de Punische Oorlogen verslagen door de Romeinen die van 206 VC de macht in de streek overnemen. De Romeinen geven stadsrechten aan Malaca met de wet Lex Flavia Malacitana. Ze bouwen enkele belangrijke monumenten zoals de haven, de Romeinse vesting en het openluchttheater. Ook Málaga's patroonheiligen stammen uit deze tijd. De Heilige Ciriacus en de Heilige Paula, "los Martiricos" waren 2 jonge Christenen die ten tijde van het Romeinse Rijk onder Keizer Dioclecianus vervolgd werden. Ze werden gedwongen om de Romeinse Afgoden te aanbidden, doch weigerden. Daarom werden ze gestenigd op 18 januari 303. Als martelaars werden ze zo vereeuwigd.

Het verval van het Romeinse Rijk gaat samen met invallen van barbaarse stammen uit Noord- en Oost-Europa die in 411 de streek verwoesten. De Byzantijnse Keizer Justinianus verovert de streek dan weer doch verliest de stad weer in 623 aan de West-Goten.

Wat volgt zijn bijna 8 eeuwen Islamitische overheersing door de Moren. Uit deze tijd zijn nog de monumenten Alcazaba en Gibralfaro over. Malaqah werd toen omringd door een dubbel stadsmuur. Tijdens de tijd van de Taifas wordt Málaga een eigen Koninkrijkje Rayya, met uitzondering van 1026-1058 (veroverd door Granada), 1073-1090 (Almoraviden) en 1145-1053 (Almohaden).